Maartenstoren

Maartenstoren

Toren van drie geledingen; de zijden verlevendigd door geprofileerde spitsboognissen; de bovenste geleding afgesloten door een spitsboogfries met gebeeldhouwde kraagstenen; achtzijdige spits. Het fundament van de toren werd in de dertiende eeuw gelegd. Hierna volgde de bouw in vier fasen. Dat is aan de buitenzijde van de toren nog goed te zien. In die tijd was het nodig om kerkgebouwen in fasen te bouwen. Er moest tussen elke bouwfase tijd worden ingeruimd voor het uitzakken van de toren. Waarschijnlijk werd er om de 50 jaar een gedeelte bovenop gebouwd. In de vijftiende eeuw kwam de toren gereed. In de toren hangt een luidklok uit 1653 van François en Pieter Hemony, met een diamameter van 138 cm. Ondanks de langdurige ‘uitzaktijd’ is de toren in de loop der jaren scheef gaan staan. In de dertiende eeuw werd tevens een gotische kruiskerk tegen de toren aangebouwd. Deze kerk werd in 1876 om bouw technische redenen gesloopt. Besloten werd een nieuw kerkgebouw op de plaats van de oorspronkelijke kerk te bouwen. Na afbraak van de kruiskerk werd in juni 1876 de eerste steen gelegd door dominee A.C.H. Calkoen. Inwijding van de nieuwe kerk vond plaats op 16 december 1877. Het orgel was gebouwd door gebroeders van Dam uit Leeuwarden voor de somma van f. 5640,–. De meest besproken dominee die in de nieuwe kerk preekte was wel ds. Schermerhorn die van september 1894 tot juli 1929 meermalen zoveel toehoorders wist te trekken dat de kerk soms te klein was om allen plaats te kunnen bieden. Na verloop van jaren werd het kerkbezoek minder maar de bouwkundige gebreken van de kerk groter. Nog geen honderd jaar na de inwijding werd deze kerk afgebroken. Ervoor in de plaats kwam een kleiner doelmatiger ingericht kerkgebouw waarvan de ingebruikname plaatsvond op 22 mei 1966.

In de buurt